Dutch Meaning of self-interest
Eigenbelang
Other Dutch words related to Eigenbelang
- Ego
- Egoïsme
- Egoïsme
- Egoïsme
- ijdelheid
- Egocentrisme
- egomanie
- egoïsme
- Narcisme
- navel-gazing
- trots
- trots
- zelfabsorptie
- egocentrisme
- Eigenbelang
- Zelfrespect
- Smugheid
- egocentrisme
- Egocentrisme
- zelfingenomenheid
- zelfgenoegzaamheid
- Zelfgenoegzaamheid
- eigenwaan
- verwaandheid
- plechtigheid
- opgeblazenheid
- zelfverheerlijking
- zelfoverschatting
- Zelfvertrouwen
- Zelfbelang
- zelfzucht
- Zelfliefde
- Zelfrespect
- zelfgenoegzaamheid
- zelfvoorziening
- ijdelheid
- ijdelheid
- Zelfveronderstelling
- zelfgevolg
- tevreden met zichzelf
- Zelfgenoegzaamheid
- zelfverheerlijking
- ijdeltuiterij
Nearest Words of self-interest
- self-insurance => Eigenrisicodrager
- self-indulgently => zelfzuchtig
- self-indulgent => toegeeflijk aan jezelf
- self-indulgence => zelfzucht
- self-induction => Zelfinductie
- self-inductance => zelfinductie
- self-induced => Zelfgeïnduceerd
- self-indignation => Zelfverachting
- self-incrimination => Zelfincriminatie
- self-improvement => zelfverbetering
Definitions and Meaning of self-interest in English
self-interest (n)
taking advantage of opportunities without regard for the consequences for others
concern for your own interests and welfare
self-interest (n.)
Private interest; the interest or advantage of one's self.
FAQs About the word self-interest
Eigenbelang
taking advantage of opportunities without regard for the consequences for others, concern for your own interests and welfarePrivate interest; the interest or ad
Ego,Egoïsme,Egoïsme,Egoïsme,ijdelheid,Egocentrisme,egomanie,egoïsme,Narcisme,navel-gazing
Altruïsme,Rechtvaardigheid,vrijgevigheid,Onpartijdigheid,ruimhartigheid,Neutraliteit,objectiviteit,Onbaatzuchtigheid,zelfopoffering,Ongevoeligheid
self-insurance => Eigenrisicodrager, self-indulgently => zelfzuchtig, self-indulgent => toegeeflijk aan jezelf, self-indulgence => zelfzucht, self-induction => Zelfinductie,