Dutch Meaning of generosity
vrijgevigheid
Other Dutch words related to vrijgevigheid
- vriendelijkheid
- mildheid
- Liberalisme
- vrijgevigheid
- filantropie
- Ongevoeligheid
- weldadigheid
- overvloed
- beloning
- gulhartigheid
- Geschenk
- edelmoedigheid
- Onbaatzuchtigheid
- openhartigheid
- ruimhartigheid
- liefdadigheid
- Extravagantie
- fooi
- Onzorgvuldigheid
- vriendelijkheid
- weelde
- vrijgevigheid
- spilzucht
- Verkwister
- verkwisting
- Hulde
- Verkwisting
Nearest Words of generosity
Definitions and Meaning of generosity in English
generosity (n)
the trait of being willing to give your money or time
acting generously
generosity (n.)
Noble birth.
The quality of being noble; noble-mindedness.
Liberality in giving; munificence.
FAQs About the word generosity
vrijgevigheid
the trait of being willing to give your money or time, acting generouslyNoble birth., The quality of being noble; noble-mindedness., Liberality in giving; munif
vriendelijkheid,mildheid,Liberalisme,vrijgevigheid,filantropie,Ongevoeligheid,weldadigheid,overvloed,beloning,gulhartigheid
goedkoopheid *ɣut'kompeid,nabijheid,behoud,Economie,soberheid,gemeenheid,gierigheid,spaarzaamheid,knijpen,voorzienigheid
generification => Generiek, genericalness => genericiteit, generically => generiek, generical => generiek, generic wine => tafelwijn,