Dutch Meaning of beneficence
weldadigheid
Other Dutch words related to weldadigheid
- Barbarij
- Brutaliteit
- Koude onverschilligheid
- Wreedheid
- hardvochtigheid
- onmenselijkheid
- meedogenloosheid
- meedogenloosheid
- Woestheid
- wreedheid
- onvriendelijkheid
- brutaliteit
- barbarij
- grim
- hardheid
- roekeloosheid
- Ongevoeligheid
- kwaadaardigheid
- gemeenheid
- genadeloos
- ernst
- strengheid
- roekeloosheid
- taaiheid
- Ongevoeligheid
- onvriendelijkheid
- Koudbloedigheid
- Harde harten
- kwaadaardigheid
- gemeenheid
- virulentie
- vitriool
Nearest Words of beneficence
Definitions and Meaning of beneficence in English
beneficence (n)
doing good; feeling beneficent
the quality of being kind or helpful or generous
beneficence (n.)
The practice of doing good; active goodness, kindness, or charity; bounty springing from purity and goodness.
FAQs About the word beneficence
weldadigheid
doing good; feeling beneficent, the quality of being kind or helpful or generousThe practice of doing good; active goodness, kindness, or charity; bounty spring
bijdrage,donatie,aalmoezen,assistentie,Weldaad,liefdadigheid,aanbieding,filantropie,hulp,welwillendheid
Barbarij,Brutaliteit,Koude onverschilligheid,Wreedheid,hardvochtigheid,onmenselijkheid,meedogenloosheid,meedogenloosheid,Woestheid,wreedheid
beneficed => begunstigd, benefice => gunst, benefic => gunstig, benefactress => Weldoenster, benefactor => weldoener,