Dutch Meaning of self-indulgent
toegeeflijk aan jezelf
Other Dutch words related to toegeeflijk aan jezelf
Nearest Words of self-indulgent
- self-indulgence => zelfzucht
- self-induction => Zelfinductie
- self-inductance => zelfinductie
- self-induced => Zelfgeïnduceerd
- self-indignation => Zelfverachting
- self-incrimination => Zelfincriminatie
- self-improvement => zelfverbetering
- self-imposture => zelfmisleiding
- self-imposed => zelfopgelegd
- self-important => zelfingenomen
Definitions and Meaning of self-indulgent in English
self-indulgent (s)
indulgent of your own appetites and desires
self-indulgent (a.)
Indulging one's appetites, desires, etc., freely.
FAQs About the word self-indulgent
toegeeflijk aan jezelf
indulgent of your own appetites and desiresIndulging one's appetites, desires, etc., freely.
Hedonistisch,luxueus,decadent,extravagant,Gierig,toegeeflijk,overdreven,sybaritisch,vraat,incontinent
matig,onthouder,ascet,ascetisch,streng,continent,zelfopofferend,zelfverloochenend,nuchter,gematigd
self-indulgence => zelfzucht, self-induction => Zelfinductie, self-inductance => zelfinductie, self-induced => Zelfgeïnduceerd, self-indignation => Zelfverachting,
