Dutch Meaning of self-indignation
Zelfverachting
Other Dutch words related to Zelfverachting
No Synonyms and anytonyms found
Nearest Words of self-indignation
- self-incrimination => Zelfincriminatie
- self-improvement => zelfverbetering
- self-imposture => zelfmisleiding
- self-imposed => zelfopgelegd
- self-important => zelfingenomen
- self-importance => Zelfbelang
- self-imparting => zelfgevend
- self-ignorant => zelfkritisch
- self-ignorance => zelfonwetendheid
- self-hypnosis => Zelfhypnose
- self-induced => Zelfgeïnduceerd
- self-inductance => zelfinductie
- self-induction => Zelfinductie
- self-indulgence => zelfzucht
- self-indulgent => toegeeflijk aan jezelf
- self-indulgently => zelfzuchtig
- self-insurance => Eigenrisicodrager
- self-interest => Eigenbelang
- self-interested => egoïstisch
- self-involution => Zelfinvolutie
Definitions and Meaning of self-indignation in English
self-indignation (n.)
Indignation at one's own character or actions.
FAQs About the word self-indignation
Zelfverachting
Indignation at one's own character or actions.
No synonyms found.
No antonyms found.
self-incrimination => Zelfincriminatie, self-improvement => zelfverbetering, self-imposture => zelfmisleiding, self-imposed => zelfopgelegd, self-important => zelfingenomen,
