Dutch Meaning of narcissism
Narcisme
Other Dutch words related to Narcisme
- Ego
- Egocentrisme
- Egoïsme
- egomanie
- zelfabsorptie
- Egoïsme
- Egoïsme
- ijdelheid
- egocentrisme
- egoïsme
- navel-gazing
- trots
- trots
- egocentrisme
- Eigenbelang
- Eigenbelang
- Zelfrespect
- Smugheid
- ijdelheid
- Egocentrisme
- zelfingenomenheid
- zelfgenoegzaamheid
- Zelfgenoegzaamheid
- eigenwaan
- verwaandheid
- plechtigheid
- opgeblazenheid
- zelfverheerlijking
- zelfoverschatting
- Zelfvertrouwen
- Zelfbelang
- zelfzucht
- Zelfliefde
- Zelfrespect
- zelfgenoegzaamheid
- zelfvoorziening
- ijdelheid
- Zelfveronderstelling
- zelfgevolg
- tevreden met zichzelf
- Zelfgenoegzaamheid
- zelfverheerlijking
- ijdeltuiterij
Nearest Words of narcissism
- narcissist => narcist
- narcissistic => narcistisch
- narcissistic personality => narcistische persoonlijkheidsstoornis
- narcissus => Narcis
- narcissus jonquilla => Gele narcis
- narcissus papyraceus => Papiernarcis
- narcissus pseudonarcissus => Gele narcis
- narcissuses => Narcissen
- narcist => Narcist
- narcolepsy => Narcolepsie
Definitions and Meaning of narcissism in English
narcissism (n)
an exceptional interest in and admiration for yourself
FAQs About the word narcissism
Narcisme
an exceptional interest in and admiration for yourself
Ego,Egocentrisme,Egoïsme,egomanie,zelfabsorptie,Egoïsme,Egoïsme,ijdelheid,egocentrisme,egoïsme
Altruïsme,Loskoppeling,Rechtvaardigheid,vrijgevigheid,ruimhartigheid,objectiviteit,Onbaatzuchtigheid,zelfopoffering,Ongevoeligheid,belangeloosheid
narcissine => narcis, narcism => Narcisme, narceine => Narceïne, narcan => naloxon, narc => verklikker,
