Dutch Meaning of righteousness
rechtvaardigheid
Other Dutch words related to rechtvaardigheid
- goedheid
- eerlijkheid
- integriteit
- moraal
- juistheid
- deugd
- Karakter
- fatsoen
- ethiek
- eer
- Moraal
- Integriteit
- rechtvaardigheid
- rechtopstaande
- Deugdzaamheid
- Gepastheid
- correctheid
- fatsoenlijk
- decorum
- Etiquette
- Fitness
- Hooggeëerdheid
- onvergankelijkheid
- onberispelijkheid
- eigendom
- scrupuleusheid
- nauwgezetheid
- welvoeglijkheid
- onberispelijkheid
- Rechtvaardigheid
- Slechtheid
- kwaad
- Boosheid
- Zedeloosheid
- onrecht
- Zonde
- Slechtheid
- slechtheid
- kromming
- degeneratie
- degradatie
- Verdorvenheid
- oneerlijkheid
- onfatsoenlijkheid
- onbetamelijkheid
- Onbetamelijk
- indiscretie
- Perversie
- zondigheid
- Gewetenloos
- corruptie
- laagheid
- gemeenheid
- boosaardigheid
- Gemeenheid
- perversiteit
- Slinksheid
Nearest Words of righteousness
Definitions and Meaning of righteousness in English
righteousness (n)
adhering to moral principles
righteousness (n.)
The quality or state of being righteous; holiness; purity; uprightness; rectitude.
A righteous act, or righteous quality.
The act or conduct of one who is righteous.
The state of being right with God; justification; the work of Christ, which is the ground of justification.
FAQs About the word righteousness
rechtvaardigheid
adhering to moral principlesThe quality or state of being righteous; holiness; purity; uprightness; rectitude., A righteous act, or righteous quality., The act
goedheid,eerlijkheid,integriteit,moraal,juistheid,deugd,Karakter,fatsoen,ethiek,eer
Slechtheid,kwaad,Boosheid,Zedeloosheid,onrecht,Zonde,Slechtheid,slechtheid,kromming,degeneratie
righteously => rechtvaardig, righteoused => Rechtvaardig, righteous => rechtvaardig, righten => rechten, righted => hersteld,