Dutch Meaning of lowness
laagheid
Other Dutch words related to laagheid
- Grofheid
- Gemeenzaamheid
- grofheid
- Grofheid
- bruto
- ruwheid
- ruwheid
- onbeschoftheid
- vulgariteit
- brutaliteit
- lompheid
- onzorgvuldigheid
- Grofheid
- rustiekheid
- Smakeloos
- ongemanierdheid
- kunstloosheid
- Onbeschoftheid
- Onbeleefdheid
- clownerie
- Houterigheid
- lompheid
- onelegant
- ongevoeligheid
- Ongevoeligheid
- kitsch
- plompverlorenheid
- rumoer
- kleverigheid
- roekeloosheid
- ongeraffineerdheid
Nearest Words of lowness
Definitions and Meaning of lowness in English
lowness (n)
a position of inferior status; low in station or rank or fortune or estimation
a feeling of low spirits
the quality of being low; lacking height
a low or small degree of any quality (amount or force or temperature etc.)
lowness (n.)
The state or quality of being low.
FAQs About the word lowness
laagheid
a position of inferior status; low in station or rank or fortune or estimation, a feeling of low spirits, the quality of being low; lacking height, a low or sma
Grofheid,Gemeenzaamheid,grofheid,Grofheid,bruto,ruwheid,ruwheid,onbeschoftheid,vulgariteit,brutaliteit
teelt,hoffelijkheid,polijsten,raffinage,hoffelijkheid,overweging,hoffelijkheid,elegantie,fatsoen,genade
low-necked => laag uitgesneden, lown => lown, low-mindedness => Kleinzieligheid, low-minded => bekrompen, low-lying => laaggelegen,