Dutch Meaning of goodness
goedheid
Other Dutch words related to goedheid
- eerlijkheid
- integriteit
- moraal
- deugd
- Karakter
- fatsoen
- ethiek
- eer
- Moraal
- Integriteit
- rechtvaardigheid
- rechtvaardigheid
- juistheid
- rechtopstaande
- Deugdzaamheid
- Gepastheid
- correctheid
- fatsoenlijk
- decorum
- Etiquette
- Fitness
- Hooggeëerdheid
- onvergankelijkheid
- onberispelijkheid
- eigendom
- scrupuleusheid
- nauwgezetheid
- welvoeglijkheid
- onberispelijkheid
- Rechtvaardigheid
- Slechtheid
- kwaad
- Zedeloosheid
- onrecht
- Zonde
- Slechtheid
- slechtheid
- kromming
- degeneratie
- degradatie
- Verdorvenheid
- oneerlijkheid
- Boosheid
- onfatsoenlijkheid
- onbetamelijkheid
- Onbetamelijk
- indiscretie
- gemeenheid
- Perversie
- zondigheid
- Gewetenloos
- Gemeenheid
- corruptie
- laagheid
- boosaardigheid
- perversiteit
- Slinksheid
Nearest Words of goodness
Definitions and Meaning of goodness in English
goodness (n)
that which is pleasing or valuable or useful
moral excellence or admirableness
goodness (n.)
The quality of being good in any of its various senses; excellence; virtue; kindness; benevolence; as, the goodness of timber, of a soil, of food; goodness of character, of disposition, of conduct, etc.
FAQs About the word goodness
goedheid
that which is pleasing or valuable or useful, moral excellence or admirablenessThe quality of being good in any of its various senses; excellence; virtue; kindn
eerlijkheid,integriteit,moraal,deugd,Karakter,fatsoen,ethiek,eer,Moraal,Integriteit
Slechtheid,kwaad,Zedeloosheid,onrecht,Zonde,Slechtheid,slechtheid,kromming,degeneratie,degradatie
good-neighbourliness => Goed nabuurschap, good-neighborliness => goed nabuurschap, good-naturedness => Goedheid, good-naturedly => goedmoedig, good-natured => goedaardig,