Dutch Meaning of buckling (down)

buigen

Other Dutch words related to buigen

Definitions and Meaning of buckling (down) in English

buckling (down)

to start to work hard

FAQs About the word buckling (down)

buigen

to start to work hard

toetreding (zichzelf),keihard slaan,graven (weg),graven,hameren,zich inspannen,hameren (weg),een duit in het zakje doen,aanvallend,strevend

breken,verslapping,verzachten (opwaarts),grapjurk (uit),hacken (rond),Hangend (rond of buiten),afnemen,luieren,zonnebaden,zwervers

buckling (down to) => vastgespen (omlaag), buckles => gespen, bucklers => Bukelaars, buckled (under) => bezwijken (onder), buckled (down) => ijverig,