Dutch Meaning of plowing
ploegen
Other Dutch words related to ploegen
- breken
- ijskoud
- verzachten (opwaarts)
- Hangend (rond of buiten)
- stationair draaien
- afnemen
- luieren
- rustend
- ontduiking
- verslapping
- zonnebaden
- zwervers
- experimenteren, dabbling
- talmen
- treuzelen
- lummelen
- grapjurk (uit)
- hacken (rond)
- hangend
- luiheid
- hangend
- spelen
- ontspannen
- rustend
- luieren
- onbeduidend
- ontspannen
- Krabbelen
- dollen
- onbetekenend
- futiliteit
- aan het dollen (rond)
- rondhangen
- klooien
- apenstreken uithalen
- wat rommelen
- aan het klungelen (rond)
- wegdutten
Nearest Words of plowing
Definitions and Meaning of plowing in English
plowing (n)
tilling the land with a plow
plowing (p. pr. & vb. n.)
of Plough
FAQs About the word plowing
ploegen
tilling the land with a plowof Plough
Telen,voren,harken,ploegen,breken,braakliggen,schoffelen,hartverscheurend,notering,frezen
breken,ijskoud,verzachten (opwaarts),Hangend (rond of buiten),stationair draaien,afnemen,luieren,rustend,ontduiking,verslapping
plowhead => ploegkou, plowgate => ploeg, plowgang => ploeg, plowfoot => voorvoet, plower => ploeg,