Dutch Meaning of attacking
aanvallend
Other Dutch words related to aanvallend
- hinderlaag
- aanvallende
- opladen
- overval
- Beroving
- opvallend
- stormachtig
- aanvallend
- lastigvallend
- Belegerend
- padhakkend
- Flankerend
- binnenvallend
- rennen
- verwoesten
- afdalend (op of op)
- op weg naar
- binnengaan
- springen (op)
- neerploffen (verb)
- Instelling op
- Instelling aan
- gebaseerd op
- opjagen
- kotsen
- zwermen
- scheuren in
- inschakelen
- Ambush
- belegerend
- bombardement
- buffeting
- Kanonnade
- omhullend
- lastigvallen
- plundering
- pesten
- overrompelend
- plundering
- pleisteren
- plundering
- dringend
- verwoestend
- ontslag
- verrassend
- overval
- Er op los hameren (in)
- beschieting
- in elkaar slaan
- blitzkrieg
- bum-rushing
- kanon
- samenspannen (tegen)
- _op komst_
- Berispen
- zich mengen in
- afronden op
- verrassend
Nearest Words of attacking
Definitions and Meaning of attacking in English
attacking (s)
disposed to attack
attacking (p. pr. & vb. n.)
of Attack
FAQs About the word attacking
aanvallend
disposed to attackof Attack
hinderlaag,aanvallende,opladen,overval,Beroving,opvallend,stormachtig,aanvallend,lastigvallend,Belegerend
bedekking,verdedigend,beschermend,beveiligd,afscherming,bescherming
attacker => Aanvaller, attacked => aangevallen, attackable => aanvalbaar, attack submarine => Aanvalsonderzeeboot, attack dog => Aanvalshond,
