Dutch Meaning of plugging
Stekker in het stopcontact
Other Dutch words related to Stekker in het stopcontact
- sluiting
- combineren
- vulling
- genezing
- toetreding
- breien
- koppeling
- patches
- Reparatie
- afdichting
- naaien
- verbindend
- combinatie
- verbinding
- consolidatie
- koppeling
- stoppen
- implosie
- Kruising
- herstellen
- Fusie
- samenvoegen
- naaien
- hechten
- unificatie
- vakbond
- verenigend
- uitstulping
- bult
- bos
- Convexiteit
- heuvel
- bult
- Uitstekende punt
- knobbel
- heuvel
- Puistje
- Projectie
- uitstulping
- stijgen
- zwelling
- Zwelling
- tumor
Nearest Words of plugging
Definitions and Meaning of plugging in English
plugging (p. pr. & vb. n.)
of Plug
plugging (n.)
The act of stopping with a plug.
The material of which a plug or stopple is made.
FAQs About the word plugging
Stekker in het stopcontact
of Plug, The act of stopping with a plug., The material of which a plug or stopple is made.
sluiting,combineren,vulling,genezing,toetreding,breien,koppeling,patches,Reparatie,afdichting
Breken,barst,knippen,spleet,breuk,opening,huur,kloof,breuk,splitsen
plugger => plug, plugged => aangesloten, plugboard => Patchpaneel, plug into => Verbinden met, plug in => aansluiten,
