Dutch Meaning of overworking
overwerk
Other Dutch words related to overwerk
- breken
- ijskoud
- stationair draaien
- luieren
- rustend
- ontduiking
- verslapping
- verzachten (opwaarts)
- Hangend (rond of buiten)
- afnemen
- zonnebaden
- zwervers
- experimenteren, dabbling
- talmen
- lummelen
- hangend
- luiheid
- hangend
- spelen
- ontspannen
- rustend
- treuzelen
- grapjurk (uit)
- hacken (rond)
- luieren
- ontspannen
- onbetekenend
- onbeduidend
- Krabbelen
- dollen
- aan het dollen (rond)
- rondhangen
- klooien
- apenstreken uithalen
- wat rommelen
- aan het klungelen (rond)
- wegdutten
Nearest Words of overworking
Definitions and Meaning of overworking in English
overworking (n)
the act of working too much or too long
overworking (p. pr. & vb. n.)
of Overwork
FAQs About the word overworking
overwerk
the act of working too much or too longof Overwork
inbreukmakende,binnenvallend,overdrijven,overmatig gebruik,overschrijdend,inbreukmakende,. Ingraven,overdreven,overrompelend,Overshoot
breken,ijskoud,stationair draaien,luieren,rustend,ontduiking,verslapping,verzachten (opwaarts),Hangend (rond of buiten),afnemen
overworked => Overwerkt, overwork => overwerk, overword => overwoord, overwise => onvoorzichtig, overwinter => overwinteren,