Dutch Meaning of impracticality
onpraktischheid
Other Dutch words related to onpraktischheid
- kunstloosheid
- eerlijkheid
- groenheid
- idealisme
- Naiviteit
- naïviteit
- naïviteit
- Naturaliteit
- Eenvoud
- oprechtheid
- openhartigheid
- argeloosheid
- naïviteit
- naïviteit
- onwerelds
- onervarenheid
- Oprechtheid
- onachtzaamheid
- kinderachtigheid
- echtheid
- eerlijkheid
- Onwetendheid
- onervarenheid
- onschuld
- insularisme
- naïviteit
- openheid
- Parochianisme
- provincialisme
- ruwheid
- Eenvoud
- roekeloosheid
- Onaangedaan
- Onbewust
- bescheidenheid
- groenheid
- simpelheid
- ongeraffineerdheid
- Geloofwaardigheid
- goedgelovigheid
- Geloofwaardigheid
- roekeloosheid
- Beïnvloedbaarheid
- vergetelheid
- jongensachtigheid
Nearest Words of impracticality
- impractical => Onpraktisch
- impracticably => onpraktisch
- impracticableness => Onuitvoerbaarheid
- impracticable => Onuitvoerbaar
- impracticability => Onuitvoerbaarheid
- impracticabilities => onuitvoerbaarheden
- imp-pole => duivelstok
- imppiteous => meedogenloos
- impower => bekrachtigen
- impoverishment => Verarming
Definitions and Meaning of impracticality in English
impracticality (n)
concerned with theoretical possibilities rather than actual use
FAQs About the word impracticality
onpraktischheid
concerned with theoretical possibilities rather than actual use
kunstloosheid,eerlijkheid,groenheid,idealisme,Naiviteit,naïviteit,naïviteit,Naturaliteit,Eenvoud,oprechtheid
kunstmatigheid,ongeloof,oneerlijkheid,ongeloof,Oneerlijkheid,pretentie,gekunsteldheid,zorgvuldigheid,voorzichtigheid,Cynisme
impractical => Onpraktisch, impracticably => onpraktisch, impracticableness => Onuitvoerbaarheid, impracticable => Onuitvoerbaar, impracticability => Onuitvoerbaarheid,