Dutch Meaning of greenness
groenheid
Other Dutch words related to groenheid
- onschuld
- Naturaliteit
- Eenvoud
- oprechtheid
- kunstloosheid
- eerlijkheid
- Onwetendheid
- Naiviteit
- naïviteit
- naïviteit
- Eenvoud
- argeloosheid
- naïviteit
- naïviteit
- onwerelds
- onervarenheid
- Oprechtheid
- onachtzaamheid
- kinderachtigheid
- Geloofwaardigheid
- eerlijkheid
- echtheid
- Geloofwaardigheid
- roekeloosheid
- idealisme
- onpraktischheid
- Beïnvloedbaarheid
- onervarenheid
- insularisme
- naïviteit
- vergetelheid
- openheid
- Parochianisme
- provincialisme
- ruwheid
- openhartigheid
- roekeloosheid
- Onaangedaan
- Onbewust
- bescheidenheid
- groenheid
- jongensachtigheid
- simpelheid
- ongeraffineerdheid
Nearest Words of greenness
Definitions and Meaning of greenness in English
greenness (n)
the lush appearance of flourishing vegetation
the state of not being ripe
green color or pigment; resembling the color of growing grass
greenness (n.)
The quality of being green; viridity; verdancy; as, the greenness of grass, or of a meadow.
Freshness; vigor; newness.
Immaturity; unripeness; as, the greenness of fruit; inexperience; as, the greenness of youth.
FAQs About the word greenness
groenheid
the lush appearance of flourishing vegetation, the state of not being ripe, green color or pigment; resembling the color of growing grassThe quality of being gr
onschuld,Naturaliteit,Eenvoud,oprechtheid,kunstloosheid,eerlijkheid,Onwetendheid,Naiviteit,naïviteit,naïviteit
kunstzinnigheid,kunstmatigheid,Cynisme,oneerlijkheid,Oneerlijkheid,verfijning,wereldlijkheid,gekunsteldheid,zorgvuldigheid,voorzichtigheid
greenmarket => Groentewinkel, greenmail => Groen geld, greenly => groen, greenling => Knornhaan, greenlet => greenlet,