Dutch Meaning of imperiousness
heerszucht
Other Dutch words related to heerszucht
- arrogantie
- Superioriteit
- aanname
- houding
- pretentieusheid
- gevolg
- Verachting
- Arrogantie
- hoogte
- Hoog paard
- bozigheid
- verhevenheid
- verhevenheid
- beslistheid
- plechtigheid
- opgeblazenheid
- aanmatiging
- Voorwendsel
- Voorwendsel
- pretentie
- pretentie
- trots
- Zelfbelang
- hooghartigheid
- Meesterschap
- bluf
- bombast
- waf waf
- Opscheppen
- bluf
- Bravoure
- brutaalheid
- Verwaandheid
- zelfgenoegzaamheid
- eigenwaan
- condescentie
- dominantie
- Egoïsme
- egoïsme
- Eigendunk
- onbeschaamdheid
- Brutaalheid
- Inflatie
- trots
- brutaalheid
- minachting
- Zelfhandhaving
- egocentrisme
- zelfgenoegzaamheid
- zelfoverschatting
- eigen mening
- zelfgenoegzaamheid
- zijde
- Smugheid
- snobberij
- snobisme
- snobisme
- snobisme
- staaf
- arrogantie
- ijdelheid
- ijdelheid
- gezaghebbendheid
- bazigheid
- borstklopperij
- zelfgevolg
- tevreden met zichzelf
- Zelfgenoegzaamheid
- arrogantie
- triomfalisme
- ijdeltuiterij
- verlegenheid
- Terughoudendheid
- onzekerheid
- Nederigheid
- bescheidenheid
- verlegenheid
- Schuchterheid
- bescheidenheid
- nederigheid
- zachtmoedigheid
- passiviteit
- passiviteit
- zelfvertrouwen
- onderdanigheid
- schuchterheid
- bescheidenheid
- stilte
- reserve
- wantrouwen jegens zichzelf
- muizenlucht
- terughoudendheid
- pensionering
Nearest Words of imperiousness
- imperishability => onvergankelijkheid
- imperishable => onbederfelijk
- imperishableness => onvergankelijkheid
- imperishingness => vergankelijkheid
- imperium => Imperium
- imperiwigged => Geparurineerd
- impermanence => vergankelijkheid
- impermanency => vergankelijkheid
- impermanent => Vergankelijk
- impermeability => ondoordringbaarheid
Definitions and Meaning of imperiousness in English
imperiousness (n)
the trait of being imperious and overbearing
FAQs About the word imperiousness
heerszucht
the trait of being imperious and overbearing
arrogantie,Superioriteit,aanname,houding,pretentieusheid,gevolg,Verachting,Arrogantie,hoogte,Hoog paard
verlegenheid,Terughoudendheid,onzekerheid,Nederigheid,bescheidenheid,verlegenheid,Schuchterheid,bescheidenheid,nederigheid,zachtmoedigheid
imperiousnes => heerszuchtig, imperiously => gebiedend, imperious => heerszuchtig, imperilment => gevaar, imperilling => in gevaar brengend,