Dutch Meaning of modesty
bescheidenheid
Other Dutch words related to bescheidenheid
- Terughoudendheid
- Nederigheid
- Nederigheid
- zachtmoedigheid
- berusting
- naleving
- eerbied
- directheid
- nederigheid
- passiviteit
- stilte
- onderdanigheid
- nuchterheid
- naïviteit
- verlegenheid
- onzekerheid
- Naiviteit
- naïviteit
- eenvoud
- reserve
- verlegenheid
- verlegenheid
- Eenvoud
- indiening
- Schuchterheid
- schuchterheid
- terughoudendheid
- berusting
- agressiviteit
- arrogantie
- assertiviteit
- aanname
- houding
- stoutmoedigheid
- onbeschaamdheid
- pretentieusheid
- eigenwaan
- Egoïsme
- egoïsme
- onbeschaamdheid
- Arrogantie
- hoogte
- bozigheid
- heerszucht
- verhevenheid
- verhevenheid
- overmoed
- beslistheid
- plechtigheid
- opgeblazenheid
- aanmatiging
- Voorwendsel
- Voorwendsel
- pretentie
- pretentie
- trots
- trots
- hooghartigheid
- Superioriteit
- vermetelheid
- bluf
- brutaal
- brutaalheid
- Verwaandheid
- zekerheid
- condescentie
- Verachting
- onbeschaamdheid
- Brutaalheid
- Onbeschaamdheid
- zenuw
- Overtreding
- brutaalheid
- minachting
- egocentrisme
- zelfgenoegzaamheid
- zelfoverschatting
- Zelfbelang
- eigen mening
- zelfgenoegzaamheid
- arrogantie
- gesuis
- vermetelheid
- ijdelheid
- zelfverheerlijking
- arrogantie
- flamboyance
- Pronkerij
- zelfgenoegzaamheid
- zelfzucht
- Opschepperij
- borstklopperij
- Zelfveronderstelling
- ijdeltuiterij
Nearest Words of modesty
- modestness => bescheidenheid
- modestly => bescheiden
- modest petrovich mussorgsky => Modest Petrovitsj Moessorgski
- modest petrovich moussorgsky => Modest Petrovitsj Moessorgski
- modest mussorgsky => Modest Moessorgski
- modest moussorgsky => Modest Moessorgski
- modest => bescheiden
- modernness => moderniteit
- modernly => modern
- modernizing => moderniserend
Definitions and Meaning of modesty in English
modesty (n)
freedom from vanity or conceit
formality and propriety of manner
modesty (n.)
The quality or state of being modest; that lowly temper which accompanies a moderate estimate of one's own worth and importance; absence of self-assertion, arrogance, and presumption; humility respecting one's own merit.
Natural delicacy or shame regarding personal charms and the sexual relation; purity of thought and manners; due regard for propriety in speech or action.
FAQs About the word modesty
bescheidenheid
freedom from vanity or conceit, formality and propriety of mannerThe quality or state of being modest; that lowly temper which accompanies a moderate estimate o
Terughoudendheid,Nederigheid,Nederigheid,zachtmoedigheid,berusting,naleving,eerbied,directheid ,nederigheid,passiviteit
agressiviteit,arrogantie,assertiviteit,aanname,houding,stoutmoedigheid,onbeschaamdheid,pretentieusheid,eigenwaan,Egoïsme
modestness => bescheidenheid, modestly => bescheiden, modest petrovich mussorgsky => Modest Petrovitsj Moessorgski, modest petrovich moussorgsky => Modest Petrovitsj Moessorgski, modest mussorgsky => Modest Moessorgski,