Dutch Meaning of imperishableness
onvergankelijkheid
Other Dutch words related to onvergankelijkheid
Nearest Words of imperishableness
- imperishingness => vergankelijkheid
- imperium => Imperium
- imperiwigged => Geparurineerd
- impermanence => vergankelijkheid
- impermanency => vergankelijkheid
- impermanent => Vergankelijk
- impermeability => ondoordringbaarheid
- impermeable => waterdicht
- impermeableness => Ondeurdringbaar
- impermissibility => ontoelaatbaarheid
Definitions and Meaning of imperishableness in English
imperishableness (n)
the property of being resistant to decay
FAQs About the word imperishableness
onvergankelijkheid
the property of being resistant to decay
duurzaam,onsterfelijk,onkreukbaar,onverwoestbaar,onblusbaar,Onsterfelijk,duurzaam,eeuwig,onuitwisbaar,Onoplosbaar
sterfelijk,bederfelijk,vernietigbaar,blusbaar,kwetsbaar,voorbijgaand,voorbijgaand,breekbaar,teer,zwak
imperishable => onbederfelijk, imperishability => onvergankelijkheid, imperiousness => heerszucht, imperiousnes => heerszuchtig, imperiously => gebiedend,