Dutch Meaning of fisting
fisting
Other Dutch words related to fisting
- vastgrijpend
- vastgrijpend
- grijpen
- aangrijpend
- holding
- beveiligd
- worstelen
- bocht
- bevestigen (inschakelen)
- vastklikkend (op of op)
- begrip
- meeslepend
- geblaf
- aanhouding
- in de war
- meeslepend
- Gloving
- grijpen
- Lassoën
- versnellingsbak
- scheur
- touwtrekken
- Verstrikt
- Bedenkelijk
- ontvoering
- zakken
- gevangenname
- vangen
- verkrijgen
- worstelen
- aarzelend
- aansprekend
- verstrengeld
- landing
- dutje
- nagelen
- netto
- rappen
- inbeslagname
- vanging
- kraag
- aanpakken
- bijeenhouden
- knuffelen
- Afremmende
- haperen
- iemand grijpen
- stropen
- grijpen
- ontvoeren (weg of weg)
Nearest Words of fisting
Definitions and Meaning of fisting in English
fisting (p. pr. & vb. n.)
of Fist
FAQs About the word fisting
fisting
of Fist
vastgrijpend,vastgrijpend,grijpen,aangrijpend,holding,beveiligd,worstelen,bocht,bevestigen (inschakelen),vastklikkend (op of op)
vermist,ontladend,bevrijdend,bevrijdend,lossen,Vrijlating,vallen,losmaken
fisticuffs => vechtpartij, fisticuff => Vuistgevecht, fistic => vuist, fistful => een handvol, fistfight => Vechten,
