Dutch Meaning of grasping
grijpen
Other Dutch words related to grijpen
- begerig
- hebzuchtig
- begeerlijk
- begeerig
- gretig
- Gierig
- huurling
- gretig
- grijperig
- Materialistisch
- roofzuchtig
- begeerte
- geldbelust
- tegenstribbelend
- vraatzuchtig
- ontevredenheid
- ontevreden
- egocentrisch
- egoïstisch
- egoïstisch
- egoïstisch
- egoïstisch
- vraat
- schrokken
- tegenstribbeling
- inhalig
- onverzadigbaar
- jeuk
- lekkerbek
- gierig
- varkensachtig
- Biggetje
- gulzig
- verbitterd
- egocentrisch
- zwijnachtig
- Onblusbaar
- ontevreden
- gulzig
- commercieel
Nearest Words of grasping
Definitions and Meaning of grasping in English
grasping (n)
understanding with difficulty
the act of gripping something firmly with the hands (or the tentacles)
grasping (s)
immoderately desirous of acquiring e.g. wealth
grasping (a.)
Seizing; embracing; catching.
Avaricious; greedy of gain; covetous; close; miserly; as, he is a grasping man.
FAQs About the word grasping
grijpen
understanding with difficulty, the act of gripping something firmly with the hands (or the tentacles), immoderately desirous of acquiring e.g. wealthSeizing; em
begerig,hebzuchtig,begeerlijk,begeerig,gretig,Gierig,huurling,gretig,grijperig,Materialistisch
altruïstisch,overvloedig,overvloedig,charitatief,gecontroleerd,gul,knap,liberaal,edelmoedig,matig
grasper => grijpstok, graspable => grijpbaar, grasp => Begrijpen, grapy => druiven, graptophyllum pictum => Graptophyllum pictum,