Dutch Meaning of fastening (on)
bevestigen (inschakelen)
Other Dutch words related to bevestigen (inschakelen)
- vastklikkend (op of op)
- begrip
- geblaf
- vastgrijpend
- vastgrijpend
- bocht
- fisting
- grijpen
- aangrijpend
- holding
- scheur
- beveiligd
- iemand grijpen
- ontvoeren (weg of weg)
- ontvoering
- meeslepend
- gevangenname
- aanhouding
- Verstrikt
- Bedenkelijk
- in de war
- meeslepend
- Gloving
- grijpen
- worstelen
- aarzelend
- verstrengeld
- Lassoën
- versnellingsbak
- netto
- rappen
- touwtrekken
- inbeslagname
- haperen
- stropen
- grijpen
- vanging
- worstelen
Nearest Words of fastening (on)
Definitions and Meaning of fastening (on) in English
fastening (on)
to direct (something, such as one's eyes or attention) to (something)
FAQs About the word fastening (on)
bevestigen (inschakelen)
to direct (something, such as one's eyes or attention) to (something)
vastklikkend (op of op),begrip,geblaf,vastgrijpend,vastgrijpend,bocht,fisting,grijpen,aangrijpend,holding
vermist,ontladend,bevrijdend,bevrijdend,Vrijlating,vallen,lossen,losmaken
fastened (on) => bevestigd (op), fasten (on) => vastmaken (op), fastback => Fastback, fashions => mode, fashionability => fashionable,