Dutch Meaning of farmhands
Landarbeiders
Other Dutch words related to Landarbeiders
- landbouwers
- landbouwers
- agronomen
- telers
- landbouwers
- arenlezer
- Telers
- oogstmachines
- plantenbakken
- ploegers
- maaiers
- landbouwers
- telers
- Landarbeiders
- kolonisten
- sharecroppers
- Boeren die in hun eigen levensonderhoud voorzien
- pachters
- grondfrezen
- boeren
- boeren
- Gentleman-boeren
- boeren
- nesters
- boeren
- veehouders
- collega's
Nearest Words of farmhands
Definitions and Meaning of farmhands in English
farmhands
a hired laborer on a farm, a player on a farm team, a farm laborer
FAQs About the word farmhands
Landarbeiders
a hired laborer on a farm, a player on a farm team, a farm laborer
landbouwers,landbouwers,agronomen,telers,landbouwers,arenlezer,Telers,oogstmachines,plantenbakken,ploegers
niet-boeren
farmers => landbouwers, farewells => afscheid, fares => tarieven, farceurs => lolbroeken, farceur => grappenmaker,
