Dutch Meaning of faking out
Faking out
Other Dutch words related to Faking out
- misleidend
- grappenmakend
- Grap
- bedriegen
- dragen
- strikken
- binnenhalen
- misleidend
- betoverend
- bluffen
- brandend
- vangen
- vals spelen
- Misleidend
- bedriegen
- harpoeneren
- Zoutham
- foppen
- hebbende
- grap
- humbug
- jongleren
- Misleidend
- Misleidend
- stekend
- plagerij
- verbijsterend
- bedrog
- vleierij
- een nummer doen op
- misleiding
- Oplichten
- Iemand op het verkeerde been zetten
- Iemand een rad voor de ogen draaien
- Misinformatie
- Iemand in de maling nemen
- Iemand zand in de ogen strooien
- aantrekken
- dwarszitten
- Sneeuwval
- spoofing
- bloeding
- beitelen
- beitelen
- Bedrog
- vliezen
- haasten
- afpersing
- toren
- vellen
- knijpen
- plakkerig
- diddling
- euchring
- oplichten
- te weinig wisselgeld geven
- oplichterij
Nearest Words of faking out
Definitions and Meaning of faking out in English
faking out
to deliberately mislead
FAQs About the word faking out
Faking out
to deliberately mislead
misleidend,grappenmakend,Grap,bedriegen,dragen,strikken,binnenhalen,misleidend,betoverend,bluffen
blootstelling,onthullend,onthulling,Verschijnen,ontkrachting,Openbaarmaking,openbaar maken,vertellen,ontmaskering,onthulling
faking => fakend, fakes out => faken, fakes => fakes, fakers => neppers, fakeries => vervalsingen,