Dutch Meaning of diddling
diddling
Other Dutch words related to diddling
- Kruipend
- vertragend
- slepen
- aanhoudend
- spelen
- prikken
- slenterende
- kruipend
- talmen
- treuzelen
- stationair draaien
- achterliggend
- Rondhangen
- mokkend
- schudden
- stilstand
- vertragen
- treuzelen
- achterop raken
- Achterophinkend
- hangende
- lummelen
- talmen
- doden
- drentelend
- versoepeling
- Filibusteren
- langzaam
- luieren
- hangend
- onhandig
- traag
- Flaneren
- verbluffend
- tijdelijk
- onbeduidend
- vertragend
- treuzelen
- Talmen
- prutsen (aan)
- dollen
- Hangend (rond of buiten)
- klooien
- apenstreken uithalen
- wat rommelen
- uitstellen
- aan het klungelen (rond)
- dralen
- Vertragen (naar beneden of omhoog)
- Rustig aandoen
- klimmend
- bout
- racen
- cursus
- dart
- chic
- vliegen
- haasten
- haastend
- razende
- haasten
- race
- scheuren
- pijlsnel
- hardlopen
- rennen
- gedrang
- voortjagend
- haasten
- te snel rijden
- Tranen
- wervelend
- kloppen
- zoemen
- scooteren
- rits
- Versnellend
- vaatje
- bowling
- galopperend
- Joggen
- snel
- draven
- briesje
- snel
- Accelererend
- sprinten
- Stampij
- voorbijgaan
- overtreffend
- inhalen
- bijpraten
- Inhalend
Nearest Words of diddling
- diddling (with) => sollen (met)
- didoes => didoes
- die (away or down or out) => sterven (weg of naar beneden of uit)
- die (down) => (sterven)
- die (for) => (sterven voor)
- die (from) => sterven (aan)
- die on the vine => sterven aan de wijnstok
- died (away or down or out) => stierf (weg of naar beneden of uit)
- died (down) => overleden
- died (for) => stierf (voor)
Definitions and Meaning of diddling in English
diddling
to move with short rapid motions, hoax, swindle, fiddle, toy, to copulate with, to waste (time) in trifling, dawdle, fool
FAQs About the word diddling
diddling
to move with short rapid motions, hoax, swindle, fiddle, toy, to copulate with, to waste (time) in trifling, dawdle, fool
Kruipend,vertragend,slepen,aanhoudend,spelen,prikken,slenterende,kruipend,talmen,treuzelen
klimmend,bout,racen,cursus,dart,chic,vliegen,haasten,haastend,razende
diddles => diddles, diddled (with) => Bedrogen (met), diddled => genaaid, diddle (with) => spelen (met), didact => didactisch,