Dutch Meaning of taking one's time
Rustig aandoen
Other Dutch words related to Rustig aandoen
- Kruipend
- vertragend
- slepen
- aanhoudend
- prikken
- Talmen
- achterop raken
- Achterophinkend
- hangende
- doden
- kruipend
- treuzelen
- achterliggend
- Rondhangen
- mokkend
- spelen
- schudden
- stilstand
- diddling
- treuzelen
- treuzelen
- prutsen (aan)
- dollen
- Hangend (rond of buiten)
- lummelen
- talmen
- klooien
- apenstreken uithalen
- wat rommelen
- aan het klungelen (rond)
- slenterende
- drentelend
- talmen
- stationair draaien
- langzaam
- luieren
- hangend
- Flaneren
- verbluffend
- vertragen
- onbeduidend
- vertragend
- dralen
- Vertragen (naar beneden of omhoog)
- klimmend
- bout
- bowling
- racen
- cursus
- dart
- chic
- vliegen
- haasten
- haastend
- razende
- race
- scheuren
- pijlsnel
- hardlopen
- rennen
- gedrang
- voortjagend
- haasten
- te snel rijden
- Tranen
- wervelend
- kloppen
- zoemen
- snel
- scooteren
- Accelererend
- rits
- Versnellend
- vaatje
- galopperend
- haasten
- Joggen
- snel
- hardlopen
- draven
- briesje
- bijpraten
- sprinten
- Stampij
- voorbijgaan
- overtreffend
- inhalen
- Inhalend
Nearest Words of taking one's time
- taking on => overnemen
- taking off (on) => opstijgend (op)
- taking off (from) => Opstijgen van
- taking off => opstijgen
- taking issue => een standpunt innemen
- taking in => binnenhalen
- taking hold (of) => vastgrijpen (iemand of iets)
- taking for granted => voor lief nemen
- taking for a ride => Rijden
- taking for => aannemen voor
- taking out => uittrekken
- taking ship => Aan boord gaan
- taking the floor => Het woord nemen
- taking to => nemen
- taking to task => Ter verantwoording roepen
- taking to the cleaners => Meenemen naar de stomerij
- taking up => cursus
- taking up with => opnemen met
- talebearers => roddelaars
- talebearings => roddels
Definitions and Meaning of taking one's time in English
taking one's time
to be leisurely and unhurried about doing something
FAQs About the word taking one's time
Rustig aandoen
to be leisurely and unhurried about doing something
Kruipend,vertragend,slepen,aanhoudend,prikken,Talmen,achterop raken,Achterophinkend,hangende,doden
klimmend,bout,bowling,racen,cursus,dart,chic,vliegen,haasten,haastend
taking on => overnemen, taking off (on) => opstijgend (op), taking off (from) => Opstijgen van, taking off => opstijgen, taking issue => een standpunt innemen,