Dutch Meaning of bleeding
bloeding
Other Dutch words related to bloeding
- brandend
- Afschuring
- kramp
- schadelijk
- etterend
- zeurend
- stekend
- gezwollen
- pijnlijk
- pijnlijk
- schadelijk
- schadelijk
- ondraaglijk
- schadelijk
- pijnlijk
- pijn
- ontstoken
- schadelijk
- jeuk
- schadelijk
- pijnlijk
- schadelijk
- knijpen
- prikken
- prikkend
- Rauw
- ernstig
- pijnlijk
- mals
- bedreigend
- pijnlijk
- pijnlijk
- ontstoken
- ernstig
- pijnlijk
- pijnlijk
- verwonding
Nearest Words of bleeding
Definitions and Meaning of bleeding in English
bleeding (n)
the flow of blood from a ruptured blood vessel
bleeding (p. pr. & vb. n.)
of Bleed
bleeding (a.)
Emitting, or appearing to emit, blood or sap, etc.; also, expressing anguish or compassion.
bleeding (n.)
A running or issuing of blood, as from the nose or a wound; a hemorrhage; the operation of letting blood, as in surgery; a drawing or running of sap from a tree or plant.
FAQs About the word bleeding
bloeding
the flow of blood from a ruptured blood vesselof Bleed, Emitting, or appearing to emit, blood or sap, etc.; also, expressing anguish or compassion., A running o
brandend,Afschuring,kramp,schadelijk,etterend,zeurend,stekend,gezwollen,pijnlijk,pijnlijk
genezing,helpend,lui,pijnloos,remediërend,helend
bleeder's disease => Hemofilie, bleeder => ontluchter, bleed => Bloeden, bled => bloedend, bleck => bah,