Dutch Meaning of fall short (of)
tekortschietend
Other Dutch words related to tekortschietend
- bereiken
- bereiken
- dragen
- Noteren met krijt
- Op zijn
- winst
- krijgen
- hit
- log
- maken
- verkrijgen
- realiseren
- bellen
- score
- winnen
- Verwerven
- bedrag (aan)
- tas
- opnemen
- tekenen
- gelijk
- land
- wedstrijd
- ontmoeten
- inkeping (omhoog)
- aanschaffen
- verzamelen
- veilig
- benadering
- oogsten
- Voldoen aan (aan)
- rivaal
- stropdas
- aanraken
Nearest Words of fall short (of)
Definitions and Meaning of fall short (of) in English
fall short (of)
to not be as good as people thought would be the case
FAQs About the word fall short (of)
tekortschietend
to not be as good as people thought would be the case
(mislukken (in)),missen,verliezen
bereiken,bereiken,dragen,Noteren met krijt,Op zijn,winst,krijgen,hit,log,maken
fall on one's face => met je gezicht in het stof vallen, fall in with => mee eens zijn, fall back on => terugvallen op, fall (to) => vallen, fall (off) => vallen,