Dutch Meaning of fabulousness
fabelachtigheid
Other Dutch words related to fabelachtigheid
- uitmuntendheid
- uitmuntendheid
- voortreffelijkheid
- buitengewoonheid
- grootsheid
- grootsheid
- pracht
- perfectie
- specialiteit
- Superioriteit
- Heerschappij
- exceptionaliteit
- geweldig
- pracht
- voortreffelijkheid
- superlatief
- Voortreffelijkheid
- keuze
- onderscheid
- foutloosheid
- Volmaaktheid
- goedheid
- onberispelijkheid
- belangrijkheid
- bekendheid
- perfectie
- voorrang
- uitzonderlijkheid
- eersteklas
- priemaliteit
- sterlingness
- gevolg
- tekort
- ontoereikendheid
- ontoereikendheid
- onvoldoende
- onaanvaardbaarheid
- ontevredenheid
- Waarde
- waard
Nearest Words of fabulousness
- facades => gevels
- face up (to) => het gezicht onder ogen zien (aan)
- face values => nominale waarden
- faced off => Tegenover elkaar staan
- faced up (to) => het opnemen (tegen)
- facedown => met het gezicht naar beneden
- facelessness => gezichtsloosheid
- face-offs => Oog in oog
- faces => gezichten
- facets => facetten
Definitions and Meaning of fabulousness in English
fabulousness
told in or based on fable, very good, wonderful, marvelous, resembling a fable especially in being marvelous or beyond belief, resembling or suggesting a fable
FAQs About the word fabulousness
fabelachtigheid
told in or based on fable, very good, wonderful, marvelous, resembling a fable especially in being marvelous or beyond belief, resembling or suggesting a fable
uitmuntendheid,uitmuntendheid,voortreffelijkheid,buitengewoonheid,grootsheid,grootsheid,pracht,perfectie,specialiteit,Superioriteit
middelmatigheid,alledaagsheid,Rechtvaardigheid,middelmatigheid,Gedaagdheid,alledaagsheid,normaliteit,gewoonheid,typiciteit,normaliteit
fabulists => fabeldichters, fabrics => stoffen, fabrications => verzinsels, fables => fabels, façades => gevels,