Dutch Meaning of inadequacy
ontoereikendheid
Other Dutch words related to ontoereikendheid
Nearest Words of inadequacy
- inadequate => onvoldoende
- inadequately => ontoereikend
- inadequateness => ontoereikendheid
- inadequation => ontoereikendheid
- inadherent => Niet-klevend
- inadhesion => niet-hechtendheid
- inadmissibility => Ontoelaatbaarheid
- inadmissible => ontoelaatbaar
- inadvertence => onoplettendheid
- inadvertency => onbedoeld
Definitions and Meaning of inadequacy in English
inadequacy (n)
lack of an adequate quantity or number
a lack of competence
unsatisfactoriness by virtue of being inadequate
inadequacy (n.)
The quality or state of being inadequate or insufficient; defectiveness; insufficiency; inadequateness.
FAQs About the word inadequacy
ontoereikendheid
lack of an adequate quantity or number, a lack of competence, unsatisfactoriness by virtue of being inadequateThe quality or state of being inadequate or insuff
tekort,tekort,tekort,afwezigheid,Schaarste,tekort,droogte,droogte,mislukking,hongersnood
overvloed,toereikendheid,amplitude,weelde,veel,Voldoende,rijkdom,overschot,volheid,overschot
inadaptation => Ongepastheid, inactuation => inactivering, inactuate => inactief, inactose => lactose-intolerantie, inactivity => inactiviteit,
