Dutch Meaning of abundance
overvloed
Other Dutch words related to overvloed
- bos
- brok
- deal
- Dozijn
- lasten
- veel
- stapel
- veel
- hoeveelheid
- leger
- ton
- rijkdom
- vat
- mand
- Bording
- emmer
- bundel
- bushel
- wagonlading
- een handvol
- massa's
- Goede deal
- stapel
- honderd
- geseling
- massa
- puinhoop
- berg
- veel
- Meervoudigheid
- ontelbaar
- massa's
- Pakket
- pikken
- volheid
- overvloed
- Pot
- overvloed
- Vlot
- hopen
- Bundel
- Scheepslading
- Gezichtsvermogen
- golf
- Stapel
- winkel
- volume
- hof
- allerlei (soorten)
- massa's
- behoorlijk
- riem
- duizenden
- Vrachtwagenlading
- leger
- roedel
- bonanza
- menigte, massa
- verliefdheid
- zondvloed
- reed
- Gênant
- epidemie
- overschot
- kudde
- overstroming
- kudde
- horde
- gastheer
- Legioen
- miljoen
- menigte
- overvloed
- overloop
- overkill
- overdreven
- overaanbod
- Bended
- pest
- bord
- overvloed
- Potvol
- pers
- Huiduitslag
- redundantie
- score
- zee
- Overvloed
- overbodigheid
- overdaad
- overschot
- zwerm
- menigte
- wattenprop
- aas
- Atoom
- bit
- dab
- punt
- dram
- fragment
- glans
- graan
- Korreltjes
- handvol
- hint
- Mijt
- weinigje
- Molecuul
- gracht
- hap
- nip
- ounce
- deeltje
- Pinda's
- knijpen
- fooi
- Straal
- schroot
- scrupule
- schaduw
- schaduw
- Vlek
- plek
- strooien
- besprenkeling
- spanning
- reeks
- verdenking
- smaak
- aanraken
- spoor
- afwezigheid
- kruimel
- koppelteken
- Schaarste
- tekort
- druppeltje
- druppel
- hongersnood
- vlekje
- vlekje
- jota
- punt
- tekort
- klein
- hap
- Schaarste
- stuk
- portie
- armoede
- Schaarste
- scintilla
- sectie
- tekort
- versnipperen
- oppervlakkig begrip
- snufje
- snufje
- snufje
- beetje
- een beetje
- titel
- whit
- tekort
- ontoereikendheid
- onvoldoende
- armoede
- stompje
- schaarste
- schaarste
- gebrabbel
- willen
- tekort
Nearest Words of abundance
- abuna => vader
- abul-walid mohammed ibn-ahmad ibn-mohammed ibn-roshd => Abul-Walid Mohammed ibn-Ahmad ibn-Mohammed ibn-Rosjd
- abulic => abulie
- abulia => abulie
- abukir bay => Baai van Abukir
- abukir => Aboukir
- abuja => Abuja
- abudefduf saxatilis => Blauwstreep dwergkeizer
- abudefduf => Dwergkeizervis
- abu sayyaf => Abu Sayyaf
Definitions and Meaning of abundance in English
abundance (n)
the property of a more than adequate quantity or supply
(physics) the ratio of the number of atoms of a specific isotope of an element to the total number of isotopes present
(chemistry) the ratio of the total mass of an element in the earth's crust to the total mass of the earth's crust; expressed as a percentage or in parts per million
abundance (n.)
An overflowing fullness; ample sufficiency; great plenty; profusion; copious supply; superfluity; wealth: -- strictly applicable to quantity only, but sometimes used of number.
FAQs About the word abundance
overvloed
the property of a more than adequate quantity or supply, (physics) the ratio of the number of atoms of a specific isotope of an element to the total number of i
bos,brok,deal,Dozijn,lasten,veel,stapel,veel,hoeveelheid,leger
aas,Atoom,bit,dab,punt,dram,fragment,glans,graan,Korreltjes
abuna => vader, abul-walid mohammed ibn-ahmad ibn-mohammed ibn-roshd => Abul-Walid Mohammed ibn-Ahmad ibn-Mohammed ibn-Rosjd, abulic => abulie, abulia => abulie, abukir bay => Baai van Abukir,