Dutch Meaning of tittle
titel
Other Dutch words related to titel
- bit
- kruimel
- vlekje
- graan
- hap
- deeltje
- pleister
- schroot
- versnipperen
- splinter
- fragment
- Vlek
- Atoom
- beet
- koppelteken
- dribbelen
- druppel
- vlekje
- breuk
- fragment
- Korreltjes
- jota
- punt
- Molecuul
- hap
- gracht
- stompje
- brok
- portie
- scrupule
- sectie
- knippen
- spoor
- fluister
- whit
- aas
- chip
- knipsels
- dab
- druppeltje
- vlok
- halfpenny
- Halfpenny
- Kenning
- minimaal
- Mijt
- weinigje
- hapje
- dop
- ounce
- Schillen
- deel
- knijpen
- scherf
- scheren
- Rivieren
- gebrabbel
- snufje
- snufje
- snufje
- beetje
- Splinter
- plek
- spanning
- reeks
- verdenking
- smaak
- nieuwtje
- lekkernij
- aanraken
- paard
Nearest Words of tittle
Definitions and Meaning of tittle in English
tittle (n)
a tiny or scarcely detectable amount
tittle (n.)
A particle; a minute part; a jot; an iota.
FAQs About the word tittle
titel
a tiny or scarcely detectable amountA particle; a minute part; a jot; an iota.
bit,kruimel,vlekje,graan,hap,deeltje,pleister,schroot,versnipperen,splinter
brok,lasten,knobbel,hoeveelheid,plaat,volume,overvloed,vat,emmer,bushel
tittivation => opsmuk, tittivate => opdoffen, tittimouse => kaboutermees, titter-totter => Wipplank, tittering => gegiechel,