Dutch Meaning of grandness
grootsheid
Other Dutch words related to grootsheid
- Briljantheid
- elegantie
- roem
- grootsheid
- pracht
- majesteit
- adel
- waardigheid
- pracht
- adel
- pracht
- pracht
- Pracht
- statigheid
- wonderlijkheid
- glorie
- prachtigheid
- pracht
- verbijsterend
- sublimiteit
- verhevenheid
- geweldig
- uitvoerigheid
- buitengewoonheid
- pronkerig
- formidabiliteit
- pronkerig
- genade
- grootsheid
- weelde
- weelderigheid
- luxe
- luxe
- weelde
- versiering
- Overtreding
- pretentie
- rijkdom
- Opschepperij
- pracht
- vorstelijk
- opmerkelijkheid
- Pracht
- voortreffelijkheid
- wonderlijkheid
Nearest Words of grandness
Definitions and Meaning of grandness in English
grandness (n)
a prominent status
unusual largeness in size or extent or number
the quality of being magnificent or splendid or grand
splendid or imposing in size or appearance
grandness (n.)
Grandeur.
FAQs About the word grandness
grootsheid
a prominent status, unusual largeness in size or extent or number, the quality of being magnificent or splendid or grand, splendid or imposing in size or appear
Briljantheid,elegantie,roem,grootsheid,pracht,majesteit,adel,waardigheid,pracht,adel
fijnheid,nietigheid,nauwkeurigheid,geringheid,tekort,ontoereikendheid,armoede,armoede,Schrielheid,schaarste
grandnephew => Achterneef, grandmotherly => grootmoederlijk, grandmother => oma, grandmaster => grootmeester, grandmamma => oma,
