Dutch Meaning of decking (out)
dekking
Other Dutch words related to dekking
- kleding
- dressing
- toedoen
- opstaan
- tuig (uit)
- Aankleden (aan- of uitkleden)
- kleding
- kleding
- opstelling
- kleden
- versiering
- versiering
- drapering
- bewonend
- aankleden
- geschikt
- wikkelen
- kostumering
- aankleden
- inhullen
- kleding
- kleding
- jurk
- naar het toilet gaan
- kleding
- uitrusting
- uitrusting
- Maskering
- afstraffing
- uitrusting
- Meubels
- samenzitten
- beleggen
- omhuizing
- Mantling
- uitrusting
- inwikkeling
- Naaiatelier
- verwerving
- irritant
- inwikkelend
- aankleden
- in staat stellen
- Gebeurenis
- inbakeren
- uniformering
Nearest Words of decking (out)
Definitions and Meaning of decking (out) in English
decking (out)
No definition found for this word.
FAQs About the word decking (out)
dekking
kleding,dressing,toedoen,opstaan,tuig (uit),Aankleden (aan- of uitkleden),kleding,kleding,opstelling,kleden
uitkleden,strippen,Uitkleden,losbinden,verwarrend,afstoting,onthulling,onthulling,ontbossen,Ontkleden
deckhands => dekmatrozen, decked-out => opgetuigd, decked (out) => versierd, deck (out) => kaarten trekken, decisions => beslissingen,