Dutch Meaning of equipping
uitrusting
Other Dutch words related to uitrusting
Nearest Words of equipping
- equiprobable => even waarschijnlijk
- equipt => uitgerust
- equiradical => ekwiradicaal
- equirotal => equirotationeel
- equiseta => Paardenstaart
- equisetaceae => Paardenstaartfamilie
- equisetaceous => paardenstaarten
- equisetales => Paardenstaarten
- equisetatae => Paardestaarten
- equisetiform => Paardenstaartachtig
Definitions and Meaning of equipping in English
equipping (n)
the act of equiping with weapons in preparation for war
equipping (p. pr. & vb. n.)
of Equip
FAQs About the word equipping
uitrusting
the act of equiping with weapons in preparation for warof Equip
voorbereiden,kwalificerende,aanpassend,aanpassen,Inschakelen,voorbereiding,onderwijs,training,wennen,autoriserend
onthoudende,afstoting,strippen,onteigenen
equipped => Uitgerust, equipotential => equipotentiaal, equipotent => Gelijkwaardig, equipondious => gelijkwaardig, equiponderous => evenwichtig,
![rightside-image](https://ezeedictionary.com/assests/images/rightside.gif)
![rightside](https://ezeedictionary.com/assests/images/rightside.gif)