Dutch Meaning of tailoring
Naaiatelier
Other Dutch words related to Naaiatelier
- Burgers
- haute couture
- ensemble
- Buitenkleding
- Prêt-à-porter
- prêt-à-porter
- Prêt-à-porter
- sportkleding
- Sportkleding
- burgerkleding
- kostuum
- Jurk
- gewaad
- opstaan
- voorkomen
- fourniturenzaak
- Leverancier
- loungekleding
- herenmode
- mufti
- nachtkledij
- outfit
- speelgoed
- nachtkleding
- Array
- dapperheid
- dekkleed, paardendek
- opsmuk
- poespas
- frutsel
- vrolijkheid
- kitsch
- vrolijkheid
- Feestkleren
- de mooiste
- Regalia
- lompen
- wansmakelijk
- Versieren
- prullen
- Garderobe
Nearest Words of tailoring
Definitions and Meaning of tailoring in English
tailoring (n)
the occupation of a tailor
tailoring (p. pr. & vb. n.)
of Tailor
tailoring (adv.)
The business or the work of a tailor or a tailoress.
FAQs About the word tailoring
Naaiatelier
the occupation of a tailorof Tailor, The business or the work of a tailor or a tailoress.
Burgers,haute couture,ensemble,Buitenkleding,Prêt-à-porter,prêt-à-porter,Prêt-à-porter,sportkleding,Sportkleding,burgerkleding
verkeerd afstellen
tailoress => naaister, tailored => Op maat gemaakt, tailorbird => Timmermannetje, tailor => Kleermaker, taillike => staartvormig,