Dutch Meaning of untrussing
losbinden
Other Dutch words related to losbinden
- kleding
- opstelling
- kleden
- kleding
- kostumering
- dekking
- toedoen
- dressing
- aankleden
- inhullen
- kleding
- opstaan
- jurk
- bewonend
- beleggen
- tuig (uit)
- aankleden
- geschikt
- naar het toilet gaan
- kleding
- versiering
- versiering
- Maskering
- drapering
- aankleden
- kleding
- samenzitten
- omhuizing
- Mantling
- Aankleden (aan- of uitkleden)
- verwerving
- kleding
- wikkelen
- inwikkelend
- Gebeurenis
- inbakeren
- inwikkeling
Nearest Words of untrussing
Definitions and Meaning of untrussing in English
untrussing
to unfasten or take off one's clothes and especially one's breeches, undress, untie, unfasten
FAQs About the word untrussing
losbinden
to unfasten or take off one's clothes and especially one's breeches, undress, untie, unfasten
verwarrend,uitkleden,strippen,Uitkleden,ontbossen,Ontkleden,onthulling,onthullen,afstoting,onthulling
kleding,opstelling,kleden,kleding,kostumering,dekking,toedoen,dressing,aankleden,inhullen
untrusses => riemen los, untrussed => Niet gebonden, untrendy => onhip, untowardness => tegenslag, untiringly => onvermoeibaar,
