Dutch Meaning of journeying
reizende
Other Dutch words related to reizende
- reizen
- reizen
- roaming
- Zeilen
- rondreis
- trekken
- struikelen
- varend
- zwervende
- Bustransport
- Busvervoer
- coaching
- cruisen
- rijden
- vliegen
- rondlopend
- vreemde kostgangers
- optredens
- huppelen
- pleziertochtje
- spuitkoppen
- kloppen (heen en weer)
- migrerende
- autorijden
- navigeren
- rondtrekkend
- rondtrekkend
- pelgrimage
- rondslingerend
- paardrijden
- Roadtrippen
- zwervende
- rondtrekken
- waggelend
Nearest Words of journeying
Definitions and Meaning of journeying in English
journeying (n)
the act of traveling from one place to another
journeying (p. pr. & vb. n.)
of Journey
FAQs About the word journeying
reizende
the act of traveling from one place to anotherof Journey
reizen,reizen,roaming,Zeilen,rondreis,trekken,struikelen,varend,zwervende,Bustransport
No antonyms found.
journeyer => reiziger, journeyed => gereisd, journey-bated => reismoe, journey cake => Reiscake, journey => reis,