Dutch Meaning of infelicity
ongeluk
Other Dutch words related to ongeluk
- onjuistheid
- Slechte conditie
- onrecht
- Ongebruikelijkheid
- onfatsoenlijkheid
- ongepastheid
- ongeschiktheid
- Irrelevatie
- zinloosheid
- onwenselijkheid
- onnodigheid
- ontoereikendheid
- ontoereikendheid
- Ontoelaatbaarheid
- ongeschiktheid
- ongepastheid
- onheilspellendheid
- Ontijdigheid
- onverdraagzaamheid
- Nutteloosheid
- zinloosheid
- onwenselijkheid
- ontevredenheid
- Nutteloosheid
Nearest Words of infelicity
Definitions and Meaning of infelicity in English
infelicity (n)
inappropriate and unpleasing manner or style (especially manner or style of expression)
infelicity (n.)
The state or quality of being infelicitous; unhappiness; misery; wretchedness; misfortune; want of suitableness or appropriateness.
That (as an act, word, expression, etc.) which is infelicitous; as, infelicities of speech.
FAQs About the word infelicity
ongeluk
inappropriate and unpleasing manner or style (especially manner or style of expression)The state or quality of being infelicitous; unhappiness; misery; wretched
onjuistheid,Slechte conditie,onrecht,Ongebruikelijkheid,onfatsoenlijkheid,ongepastheid,ongeschiktheid,Irrelevatie,zinloosheid,onwenselijkheid
Gepastheid,geschiktheid,correctheid,gelukzaligheid,Fitness,eigendom,juistheid,welvoeglijkheid,geschiktheid,ontvankelijkheid
infelicitously => ongelukkig, infelicitous => ongelukkig, infelicities => onhandigheden, infeeble => verzwakken, infecundous => onvruchtbaar,