Dutch Meaning of inapplicability
ongeschiktheid
Other Dutch words related to ongeschiktheid
Nearest Words of inapplicability
- inapplicable => niet van toepassing
- inapplication => niet-toepasselijkheid
- inapposite => ongepast
- inappositeness => ongepastheid
- inappreciable => onbelangrijk
- inappreciation => Ondankbaarheid
- inapprehensible => Onbegrijpelijk
- inapprehension => onbegrip
- inapprehensive => onbezorgd
- inapproachable => Onbereikbaar
Definitions and Meaning of inapplicability in English
inapplicability (n)
irrelevance by virtue of being inapplicable to the matter at hand
inapplicability (n.)
The quality of being inapplicable; unfitness; inapplicableness.
FAQs About the word inapplicability
ongeschiktheid
irrelevance by virtue of being inapplicable to the matter at handThe quality of being inapplicable; unfitness; inapplicableness.
Irrelevatie,leegte,onnodigheid,immaterieel,onbeschaamdheid,ongepastheid,ongeschiktheid,onbeduidendheid,zinloosheid,Slechte conditie
toepasbaarheid,lager,verbinding,belangrijkheid,materialiteit,relevantie,relevantie,Gepastheid,Fitness,Relevantie
inappetency => gebrek aan eetlust, inappetence => gebrek aan eetlust, inappellable => onaanvechtbaar, inappellability => onherroepelijkheid, inappeasable => onverzadelijk,