Dutch Meaning of infecundity
Onvruchtbaarheid
Other Dutch words related to Onvruchtbaarheid
No Synonyms and anytonyms found
Nearest Words of infecundity
- infecund => onvruchtbaar
- infective agent => Infectieuze agens
- infective => infectieus
- infectiousness => besmettelijkheid
- infectiously => infectieus
- infectious polyneuritis => Infectieuze polyneuritis
- infectious mononucleosis => Ziekte van Pfeiffer
- infectious hepatitis => Besmettelijke hepatitis
- infectious disease => Infectieziekte
- infectious agent => infectieus agens
Definitions and Meaning of infecundity in English
infecundity (n.)
Want of fecundity or fruitfulness; barrenness; sterility; unproductiveness.
FAQs About the word infecundity
Onvruchtbaarheid
Want of fecundity or fruitfulness; barrenness; sterility; unproductiveness.
No synonyms found.
No antonyms found.
infecund => onvruchtbaar, infective agent => Infectieuze agens, infective => infectieus, infectiousness => besmettelijkheid, infectiously => infectieus,
