Dutch Meaning of infelicities
onhandigheden
Other Dutch words related to onhandigheden
- onjuistheid
- Slechte conditie
- onrecht
- Ongebruikelijkheid
- onfatsoenlijkheid
- ongepastheid
- ongeschiktheid
- Irrelevatie
- zinloosheid
- onwenselijkheid
- onnodigheid
- ontoereikendheid
- ontoereikendheid
- Ontoelaatbaarheid
- ongeschiktheid
- ongepastheid
- onheilspellendheid
- Ontijdigheid
- onverdraagzaamheid
- Nutteloosheid
- zinloosheid
- onwenselijkheid
- ontevredenheid
- Nutteloosheid
Nearest Words of infelicities
- infeeble => verzwakken
- infecundous => onvruchtbaar
- infecundity => Onvruchtbaarheid
- infecund => onvruchtbaar
- infective agent => Infectieuze agens
- infective => infectieus
- infectiousness => besmettelijkheid
- infectiously => infectieus
- infectious polyneuritis => Infectieuze polyneuritis
- infectious mononucleosis => Ziekte van Pfeiffer
Definitions and Meaning of infelicities in English
infelicities (pl.)
of Infelicity
FAQs About the word infelicities
onhandigheden
of Infelicity
onjuistheid,Slechte conditie,onrecht,Ongebruikelijkheid,onfatsoenlijkheid,ongepastheid,ongeschiktheid,Irrelevatie,zinloosheid,onwenselijkheid
Gepastheid,geschiktheid,correctheid,gelukzaligheid,Fitness,eigendom,juistheid,welvoeglijkheid,geschiktheid,ontvankelijkheid
infeeble => verzwakken, infecundous => onvruchtbaar, infecundity => Onvruchtbaarheid, infecund => onvruchtbaar, infective agent => Infectieuze agens,