Dutch Meaning of infecting
besmettelijk
Other Dutch words related to besmettelijk
- verontreinigend
- corrupte
- vervuiling
- Giving = Geven
- vergiftiging
- verwennen
- communicerend
- geleidend
- transporterend
- verontreiniging
- bevuilend
- imparting
- vervuilende
- rottend
- vervuiling
- verspreidend
- Kleuring
- besmetting
- overdragen
- transfusie
- verzendende
- Vlekkerig maken
- smetten
- vervalsen
- vervuiling
- smerig
- bezoedeling
- zwarting
- uitzending
- levering
- diffunderend
- Verdunning
- verspreiding
- Behandeling
- vastgelopen
- vermodderen
- Vervuilen
- griming
- overhandiging
- voortplantend
- bekladden
- overgave
- verdunning
Nearest Words of infecting
- infection => Infectie
- infectious => besmettelijk
- infectious agent => infectieus agens
- infectious disease => Infectieziekte
- infectious hepatitis => Besmettelijke hepatitis
- infectious mononucleosis => Ziekte van Pfeiffer
- infectious polyneuritis => Infectieuze polyneuritis
- infectiously => infectieus
- infectiousness => besmettelijkheid
- infective => infectieus
Definitions and Meaning of infecting in English
infecting (p. pr. & vb. n.)
of Infect
FAQs About the word infecting
besmettelijk
of Infect
verontreinigend,corrupte,vervuiling,Giving = Geven,vergiftiging,verwennen,communicerend,geleidend,transporterend,verontreiniging
vangen,schoonmaken,contracteren,ontsmetting,zuiverend,steriliserend,clarifying,reiniging,clearing,Destillatie
infectible => besmettelijk, infecter => besmettelijk, infected => geïnfecteerde, infeasibleness => Uitvoerbaarheid, infeasible => onuitvoerbaar,