Dutch Meaning of imparting
imparting
Other Dutch words related to imparting
Nearest Words of imparting
Definitions and Meaning of imparting in English
imparting (n)
the transmission of information
imparting (p. pr. & vb. n.)
of Impart
FAQs About the word imparting
imparting
the transmission of informationof Impart
transporterend,Giving = Geven,verspreidend,verzendende,communicerend,geleidend,levering,verspreiding,voortplantend,overdragen
vangen,contracteren,daling (met)
impartible => Ondeelbaar, impartibility => Ondeelbaarheid, impartialness => onpartijdigheid, impartially => onpartijdig, impartiality => Onpartijdigheid,
