Dutch Meaning of griming
griming
Other Dutch words related to griming
- smerig
- zwarting
- bevuilend
- gek doen
- Kleuring
- bekladden
- vervuiling
- modderig
- bezoedeling
- verontreinigend
- besmeren
- bezoedeling
- vervuiling
- vastgelopen
- vermodderen
- vervuilende
- vervuiling
- Gamen
- schoonmaken
- Vlekkerig maken
- smetten
- verwarrend
- verontreiniging
- verwarrend
- verwarrend
- verkleuring
- Rommelig
- in de war
- stoornis
- slepend
- door elkaar halen
- Bederven
- besmetting
- Bijeendrijven
Nearest Words of griming
Definitions and Meaning of griming in English
griming
accumulated dirtiness and disorder, soot, smut, or dirt adhering to or embedded in a surface, dirt rubbed into or covering a surface
FAQs About the word griming
griming
accumulated dirtiness and disorder, soot, smut, or dirt adhering to or embedded in a surface, dirt rubbed into or covering a surface
smerig,zwarting,bevuilend,gek doen,Kleuring,bekladden,vervuiling,modderig,bezoedeling,verontreinigend
schoonmaken,reiniging,zuivering,zuiverend,opfleurend,borstelen,ontsmetting,Stof afnemen,Witwassen,dweilen
grimed => begrimd, grimacing => grijnzend, grills => Grills, grilles => roosters, griller => grill,
