Dutch Meaning of indispensable
onmisbaar
Other Dutch words related to onmisbaar
- essentieel
- integraal
- noodzakelijk
- nodig
- nodig
- vereist
- Vitaal
- Heel belangrijk
- kritisch
- cruciaal
- dwingend
- belangrijk
- Must-have
- vereiste
- basis
- centraal
- verplicht
- fundamenteel
- sleutel
- belangrijk
- Verplicht
- betekenisvol
- gewichtig
- noodzakelijk
- Verplicht
- Van wezenlijk belang
- biologisch
- hardnekkig
- vereiste
- belangrijk
- aanzienlijk
- dringend
Nearest Words of indispensable
- indispensability => onmisbaarheid
- indisdolubility => ondeelbaarheid
- indiscussed => onbesproken
- indiscriminative => Onderscheidloos
- indiscrimination => Niet-discriminatie
- indiscriminating => ongedifferentieerd
- indiscriminately => lukraak
- indiscriminate => willekeurig
- indiscretion => indiscretie
- indiscrete => indiscreet
- indispensableness => onmisbaarheid
- indispensably => onontbeerlijk
- indispersed => niet verspreid
- indispose => indisponeren
- indisposed => ongesteld
- indisposedness => ongesteldheid
- indisposing => ziekmakend
- indisposition => onpasselijkheid
- indisputability => onbetwistbaarheid
- indisputable => onbetwistbaar
Definitions and Meaning of indispensable in English
indispensable (a)
not to be dispensed with; essential
indispensable (s)
absolutely necessary; vitally necessary
unavoidable
indispensable (a.)
Not dispensable; impossible to be omitted, remitted, or spared; absolutely necessary or requisite.
Not admitting dispensation; not subject to release or exemption.
Unavoidable; inevitable.
FAQs About the word indispensable
onmisbaar
not to be dispensed with; essential, absolutely necessary; vitally necessary, unavoidableNot dispensable; impossible to be omitted, remitted, or spared; absolut
essentieel,integraal,noodzakelijk,nodig,nodig,vereist,Vitaal,Heel belangrijk,kritisch,cruciaal
onnodig,niet-essentieel,onnodig,Misbaar,overschot,extern,extra,niet essentieel,onbeduidend,overbodig
indispensability => onmisbaarheid, indisdolubility => ondeelbaarheid, indiscussed => onbesproken, indiscriminative => Onderscheidloos, indiscrimination => Niet-discriminatie,