Dutch Meaning of indisputable
onbetwistbaar
Other Dutch words related to onbetwistbaar
- Beslissend
- definitief
- onbetwistbaar
- onbetwistbaar
- onbetwistbaar
- ongetwijfeld
- onweerlegbaar
- onweerlegbaar
- positief
- Onbeantwoordbaar
- onbetwistbaar
- onbetwistbaar
- Onloochenbaar
- onbetwistbaar
- absoluut
- bereikt
- zeker
- zeker
- ondubbelzinnig
- onbetwist
- ondubbelzinnig
- duidelijk
- doorslaggevend
- zonder twijfel
- onbetwist
- onbetwist
- onweersproken
- verantwoordelijk
- discutabel
- controversieel
- discutabel
- discutabel
- betwist
- discutabel
- Onderhandelbaar
- problematisch
- problematisch
- twijfelachtig
- onzeker
- academisch
- dubbelzinnig
- besproken
- twijfelachtig
- twijfelachtig
- dubieus
- dubbelzinnig
- hypothetisch
- twijfelachtig
- inconclusief
- besluiteloos
- weerlegbaar
- speculatief
- theoretisch
- weerlegbaar
- Controversieel
- academisch
- theoretisch
Nearest Words of indisputable
- indisputability => onbetwistbaarheid
- indisposition => onpasselijkheid
- indisposing => ziekmakend
- indisposedness => ongesteldheid
- indisposed => ongesteld
- indispose => indisponeren
- indispersed => niet verspreid
- indispensably => onontbeerlijk
- indispensableness => onmisbaarheid
- indispensable => onmisbaar
- indisputed => onbetwistbaar
- indissipable => Onoplosbaar
- indissoluble => Onoplosbaar
- indissolubleness => onoplosbaarheid
- indissolubly => onoplosbaar
- indissolvable => onoplosbaar
- indissolvableness => onoplosbaarheid
- indistancy => Onduidelijkheid
- indistinct => onduidelijk
- indistinctible => niet te onderscheiden
Definitions and Meaning of indisputable in English
indisputable (s)
not open to question; obviously true
impossible to doubt or dispute
indisputable (a.)
Not disputable; incontrovertible; too evident to admit of dispute.
FAQs About the word indisputable
onbetwistbaar
not open to question; obviously true, impossible to doubt or disputeNot disputable; incontrovertible; too evident to admit of dispute.
Beslissend,definitief,onbetwistbaar,onbetwistbaar,onbetwistbaar,ongetwijfeld,onweerlegbaar,onweerlegbaar,positief,Onbeantwoordbaar
verantwoordelijk,discutabel,controversieel,discutabel,discutabel,betwist,discutabel,Onderhandelbaar,problematisch,problematisch
indisputability => onbetwistbaarheid, indisposition => onpasselijkheid, indisposing => ziekmakend, indisposedness => ongesteldheid, indisposed => ongesteld,