Dutch Meaning of everyday
elke dag
Other Dutch words related to elke dag
- gemiddeld
- normaal
- gewoon
- routine
- typisch
- normaal
- algemeen
- alledaags
- gewoon
- verwacht
- bekend
- prozaïsch
- regelmatig
- standaard
- middelmatig
- onopvallend
- alledaags
- klaar en droog
- zonneklaar
- frequent
- habituel
- huiselijk
- onbeduidend
- natuurlijk
- eenvoudig
- populair
- voorspelbaar
- alledaags
- triviaal
- onbelangrijk
- vulgair
- gangbaar
- normaal
- standaarduitgave
- niet-uitzonderlijk
- abnormaal
- nieuwsgierig
- Uitzonderlijk.
- buitengewoon
- grappig
- oneven
- uit de weg
- eigenaardig
- zeldzaam
- vreemd
- ongewoon
- abnormaal
- abnormaal
- atypisch
- bizar
- excentriek
- fantastisch
- Fantastisch
- Idiosyncratisch
- onregelmatig
- schandalig
- Uitstekend
- fenomenaal
- schilderachtig
- queer
- schaars
- opvallend
- onconventioneel
- uniek
- onorthodox
- atypisch
- raar
- Wild
- opvallend
- ver
- freak
- griezelig
- kafkaësk
- raar
- gek
- non-conformist
- opmerkelijk
- roman
- zonderling
- ongewoon
- vooraanstaand
- saillant
- Signaal
- enkelvoud
- ongeëvenaard
- ongeëvenaard
- ongekend
- maf
- uiteindelijk
- gek
- Uitermate
- verfijnd
Nearest Words of everyday
Definitions and Meaning of everyday in English
everyday (s)
found in the ordinary course of events
appropriate for ordinary or routine occasions
commonplace and ordinary
everyday (a.)
Used or fit for every day; common; usual; as, an everyday suit or clothes.
FAQs About the word everyday
elke dag
found in the ordinary course of events, appropriate for ordinary or routine occasions, commonplace and ordinaryUsed or fit for every day; common; usual; as, an
gemiddeld,normaal,gewoon,routine,typisch,normaal,algemeen,alledaags,gewoon,verwacht
abnormaal,nieuwsgierig,Uitzonderlijk.,buitengewoon,grappig,oneven,uit de weg,eigenaardig,zeldzaam,vreemd
everychon => iedereen, everych => elke, everybody => iedereen, every year => elk jaar, every which way => alle kanten op,