Dutch Meaning of habitual
habituel
Other Dutch words related to habituel
- chronisch
- verslaafd
- bevestigd
- hardnekkig
- natuurlijk
- hardnekkig
- regelmatig
- serie
- stabiel
- koppig
- gewend
- geschikt
- geboren
- aangeboren
- diepgeworteld
- Diepgeworteld
- Doorgewinterd
- vastgeroest
- gewend
- inteelt
- hellend
- onverbeterlijk
- inherent
- aangeboren
- Intrinsiek
- eigenwijs
- gevoelig
- Herhaling
- onveranderlijk
- foutloos
- Ongebouwd
- onverbeterlijk
- gebruikt
- geconditioneerd
Nearest Words of habitual
Definitions and Meaning of habitual in English
habitual (s)
commonly used or practiced; usual
habitual (n.)
Formed or acquired by habit or use.
According to habit; established by habit; customary; constant; as, the habiual practice of sin.
FAQs About the word habitual
habituel
commonly used or practiced; usualFormed or acquired by habit or use., According to habit; established by habit; customary; constant; as, the habiual practice of
chronisch,verslaafd,bevestigd,hardnekkig,natuurlijk,hardnekkig,regelmatig,serie,stabiel,koppig
intermitterend,incidenteel,ongewoon,ongebruikt
habiting => bewonend, habit-forming => gewoontevormend, habited => bewoond, habitator => leefomgeving, habitation => woning,