Dutch Meaning of freakish
griezelig
Other Dutch words related to griezelig
- excentriek
- impulsief
- vluchtig
- Grillig
- Wispelturig
- kwikzilverachtig
- humeurig
- Romantisch
- wiebelig
- opzettelijk
- Willekeurig
- grillig
- wispelturig
- schilferig
- impulsief
- Onpraktisch
- inconsistent, onbetrouwbaar
- onregelmatig
- eigenzinnig
- quixotisch
- _temperamentsvol_
- onrealistisch
- utopisch
- visionair
- opzettelijk
- knorrig
- nuchter
- aards
- evenwichtig
- koppig
- logisch
- Feit
- Praktisch
- pragmatisch
- rationeel
- redelijk
- gezond
- verstandig
- geluid
- verstandig
- constante
- snel
- vast
- geaard
- hard en snel
- hardgekookt
- onbuigzaam
- onveranderlijk
- nuchter
- pragmatisch
- nuchter
- stabiel
- stabiel
- Onafhankelijk
- onveranderlijk
- onbuigzaam
- onveranderlijk
- onveranderlijk
- onverzettelijk
- meedogenloos
- onveranderlijk
- onverzettelijk
- onveranderlijk
- gevestigd
- no-nonsense
- set
- gevestigd
- ernstig
- standvastig
Nearest Words of freakish
Definitions and Meaning of freakish in English
freakish (s)
changeable
characteristic of a freak
conspicuously or grossly unconventional or unusual
freakish (a.)
Apt to change the mind suddenly; whimsical; capricious.
FAQs About the word freakish
griezelig
changeable, characteristic of a freak, conspicuously or grossly unconventional or unusualApt to change the mind suddenly; whimsical; capricious.
excentriek,impulsief,vluchtig,Grillig,Wispelturig,kwikzilverachtig,humeurig,Romantisch,wiebelig,opzettelijk
nuchter,aards,evenwichtig,koppig,logisch,Feit,Praktisch,pragmatisch,rationeel,redelijk
freaking => verdorie, freaked => geschrokken, freak out => Freak out, freak => freak , frazzling => vermoeiend,